Nederland heeft de komende decennia een stevige bouwopgave. Er is een groot tekort aan woningen en de infrastructuur moet worden onderhouden en uitgebreid. Daarnaast vereisen klimaatadaptatie (bijvoorbeeld 1500 kilometer dijken) en de energietransitie (leidingen) aanzienlijke investeringen. Om dit alles te realiseren, is er behoefte aan grote hoeveelheden ophoogzand. Het IJsselmeergebied is daarvoor een van de belangrijkste winlocaties.
De NVLB heeft een memo opgesteld als input voor de “Zandwinstrategie IJsselmeer 2025-2050”, die wordt opgesteld door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Belangrijke vraag is hoeveel zand er tussen 2025 en 2050 minimaal beschikbaar is in het IJsselmeergebied en hoeveel nodig is om aan de behoefte aan ophoogzand in Nederland te voldoen. Om aan de bouwopgave in Nederland te voldoen, is er volgens de NVLB zelf gemiddeld 17,5 miljoen m3 ophoogzand nodig in de periode 2025-2050. Dit cijfer is gebaseerd op de extrapolatie van gegevens uit het verleden naar de toekomstige bouwopgave. Daarbij is ook gebruik gemaakt van gegevens van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Het RVB houdt bij hoeveel ophoogzand wordt gewonnen in gebieden die eigendom zijn van de overheid, zoals de rijkswateren.
De NVLB is als vertegenwoordiger van de belangen van de bedrijven in de zandwinning actief betrokken bij de ontwikkeling van de zandwinningsstrategie voor het IJsselmeer. De leden van de NVLB spelen een centrale rol om te voorzien in verwachte behoefte aan zand in de komende decennia. Het memo van NVLB gaat uitgebreid in op het belang van ophoogzand voor de bouw en de uitgangspunten waarop de toekomstprognose is gebaseerd.
Het integrale memo is alleen beschikbaar voor de leden van NVLB.